Wettelijke keuringen

Voor de verkoop of verhuur van onroerende goederen moet men een aantal keuringen laten uitvoeren.
Deze keuringen kunnen onder begeleiding van Clé Vastgoed BV uitgevoerd worden.

Een overzicht van de verplichte keuringen:

Het EPC ( energieprestatiecertificaat )
Bij verkoop en verhuur van een woongebouw (woning, appartement, studio, vakantiewoning, sociale woning, studentenhome, serviceflat, enz...) moet sinds 1 november 2008, respectievelijk 1 januari 2009, voor elke wooneenheid in een gebouw een EPC aanwezig zijn. Bij verkoop wordt het originele EPC doorgegeven aan de nieuwe eigenaar. Bij verhuur bezorgt de eigenaar een kopie van het energieprestatiecertificaat aan de huurders. Indien een woning wordt verkocht is de aanwezigheid van een EPC verplicht opdat de notaris de akte kan verlijden.

Het energieprestatiecertificaat (EPC) voor verkoop, verhuur en nieuwbouw informeert de eigenaar, de kandidaat-koper en -huurder over de energieprestatie (energetische kwaliteit) van de woning aan de hand van een EPC-kengetal. Op die manier krijgt men een idee over de energiezuinigheid en milieuvriendelijkheid van een woongebouw.

De energiescore houdt geen rekening met verbruiksgegevens, maar komt tot stand door rekening te houden met de gebruikte materialen, de isolatiewaarden van de verliesoppervlakken (dak, muur, vloer, ramen en deuren) en de installaties voor ruimteverwarming, sanitair warm water en ventilatie.

Het energieprestatiecertificaat is 10 jaar geldig. Indien er binnen de termijn van 10 jaar aanpassingen zijn gebeurd aan de woning die een invloed hebben op de EPC-score laat men best een nieuw energieprestatiecertificaat opmaken. Een woning met een goede energiescore is meer waard op de verkoop- en verhuurmarkt. 

De elektriciteitskeuring

Sinds 1 juli 2008 is de eigenaar van een oudere woning of appartement verplicht om bij de verkoop een elektrische keuring te laten uitvoeren en dit bij een elektrische installatie van voor 1 oktober 1981.
De keuring heeft enerzijds tot doel om de koper in te lichten omtrent de staat van de bestaande elektrische installatie en anderzijds wenst de overheid de kwaliteit van de oude installaties te verbeteren.
De opmerkingen van de keurder inzake de elektrische installatie moeten binnen de 18 maanden na verkoop ( notariële akte ) door de koper in orde gebracht worden en moet een herkeuring aangevraagd worden. 

Keuring stookolietank.

Eigenaars van stookolietanks met een inhoud van minder dan 5.000 liter hebben volgende onderhoudsverplichtingen:

  • een ondergrondse stookolietank moet om de vijf jaar gecontroleerd worden door een erkende stookolietechnicus. Als de tank geen permanent lekdetectiesysteem heeft, moet er elke keer onder meer ook een dichtheidstest gedaan worden.
  •  
  • een bovengrondse stookolietank moet sinds 1 maart 2009 na ingebruikname niet meer periodiek gecontroleerd  worden. Alleen de controle bij de plaatsing is verplicht.   
  • Hebt u een bovengrondse tank die vóór 1 maart 2009 werd geplaatst? Dan bepaalt de einddatum op het laatste onderhoudsattestof er nog controle nodig is.
    • Is de einddatum op het laatste onderhoudsattest 1 maart 2009 of een latere datum, dan bent u niet verplicht uw tank periodiek te laten keuren.
    • Is de einddatum op het laatste onderhoudattest een datum vóór 1 maart 2009, dan bent u verplicht de bovengrondse tank nog een laatste keer te laten controleren.

Voor stookolietanks met een inhoud vanaf 5.000 liter geldt het volgende:

  • een ondergrondse stookolietank van 5.000 liter of meer moet tenminste tweejaarlijks een beperkt onderzoek ondergaan. Als de tank in een waterwingebied of beschermingszone gelegen is, moet dit jaarlijks gebeuren.

    Om de 15 jaar moet een ondergrondse tank van 5.000 liter en meer bovendien een grondig algemeen onderzoek ondergaan. Als de tank in een waterwingebied of beschermingszone gelegen is, moet dat om de 10 jaar gebeuren.
  • een bovengrondse stookolietank van 5.000 liter of meer (tot 20.000 liter) moet om de 3 jaar een beperkt onderzoek ondergaan.

 

Postinterventiedossier ( PID )

Bij de verkoop van een woning of appartement gebouwd na 1 mei 2001 dient de verkoper een postinterventiedossier te overhandigen aan de koper. Indien er aan een bestaande woning werken zijn uitgevoerd na 1 mei 2001 is men ook verplicht om een postinterventiedossier bij verkoop te voorzien.

Het postinterventiedossier, ook wel PID genoemd, bevat tal van documenten die nuttig kunnen zijn bij latere werkzaamheden aan een woning of appartement dat wordt verkocht. Het postinterventiedossier informeert de nieuwe eigenaar, de huurder, en bij werken eventuele aannemers en architecten, over de structurele opbouw en de gebruikte materialen in de woning. Deze verplichting komt de veiligheid van de voornoemde personen ten goede.

Volgens de wet moet de overdracht van het PID bij verkoop van een woning worden opgenomen in de verkoopsakte. De notaris zal in het kader van de verkoop van een gebouw dus steeds vragen naar het postinterventiedossier. Dit dossier wordt door de verkoper aan de koper bezorgd met als doel het risico op ongevallen te verminderen bij toekomstige werken.